To eat or not to eat, that is the question. Ik heb een poosje in Brussel gewerkt. Daar kwam ik in aanraking met een voor mij nieuwe manier van zaken doen.
Toen der tijd in een rol als projectmanager. Big deal ?!, nah, alleen maar zorgen dat je de juiste mensen kon inkopen, de juiste doelen duidelijk voor ogen had, de juiste hoeveelheid financiële middelen ter beschikking kreeg, en een goede planning had. Tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet wat er met goed bedoeld wordt 🙂
Wat was toen de nieuwe manier van zaken doen, Een goede lunch! Tijdens lunches werden knopen doorgehakt. Misschien kan je wel stellen dat eten en drinken het glijmiddel is, of wat netter verwoord, smeermiddel om zaken en de bijhorende afspraken, overeen te komen. Dan pas is een deal een deal.
Nooit gedacht en verwacht dat ik na zoveel jaar als een soort herintreder in het arbeidsproces weer een nieuwe manier van zaken doen en arbeid mocht toepassen. Hier het relaas.
Een van mijn dagelijkse werkafspraken is het maken van meubels. Dit varieert van een trapje, legplanken, deuren tot kasten en tafels.
Wat er gemaakt wordt, is in opdracht van de bewoners. Vanzelfsprekend wordt het te maken product vastgelegd op een werklijst. Vastgelegd wordt huisnummer, product, maten, datum acceptatie, en datum geleverd.
Het opleverprincipe is fifo (first in first out) Er zijn echter bewoners die zelf aan de slag willen met het meubelstuk waar ze om gevraagd hebben, en dat wordt ook erg gestimuleerd. Deze krijgen dan ook prioriteit toegewezen. En het meubelstuk wordt dan samen gemaakt met een vrijwilliger.
Ik heb inmiddels 4 Meubels gefabriceerd, waarvan 2 ook afgeleverd. Een eettafel en een “oprit” voor iemand die slecht ter been is, en geen “opstap” meer kan nemen. Wat nog overblijft zijn 2 kastjes. Een voor in de douche en één voor in een woonkamer.
Elke vraag wordt behandeld als een project. Er wordt eerst op locatie gekeken, en met de aanvrager / bewoner besproken wat de wens is. Altijd een uitdaging, gezien de taal die niet universeel is. Daarna wordt er gemeten en gekeken naar hoe we uiteindelijk het e.e.a. kunnen bevestigen.
Een ontwerp wordt gemaakt, als deze er nog niet is. Het ontwerp wordt mede bepaald door de bouwmaterialen die voorhanden zijn. De materialen zijn pallets, afvalhout, hier en daar gebruikte MDF en zachtboard platen en gebruikte balken.
Er zijn geen financiële middelen om materiaal aan te kopen.
Samen met Bjorn, Stefan en Astrid (vrijwilligers) zijn we aan de slag gegaan en hebben 2 bruikbare kastjes gemaakt. Ook leuk om te zien hoe de jongeren leren met gereedschap om te gaan en nadenken over constructie en stevigheid. We konden de kastjes nog niet ophangen omdat de enige boormachine in reparatie was. Maar vrijdag 8 maart was het zover 🙂 op naar de bewoners met de kastjes en gereedschap bouten, moeren en waterpas.
Het huisje is een container van ik denk 3 x 10. Verdeeld over 3 ruimtes, een keuken, eet, gedeelte, een woon, slaap gedeelte en een bad, toilet ruimte. Dit zet het idealistische en minimalistische trend van tiny houses in Nederland, in een heel ander daglicht.
We werden warm welkom geheten. Schoenen uit, en beiden kregen een paar slippers tot onze beschikking. De douche was nog nat. We zijn direct begonnen met het uitmeten, en monteren van de haken.
Echter werden we gevraagd om deel te nemen aan de maaltijd die gemaakt was. Vragen schoten door mijn hoofd of het ok was om te weigeren, en te verschuilen achter het werk waarvoor we kwamen. Uiteindelijk hebben we de invitatie aangenomen, met het verzoek dat we eerst het eerste haakje mochten bevestigen. Dat was goed! Later heb ik aan een van de organisatieleden gevraagd of het een belediging zou zijn geweest, als we het delen van een maaltijd hadden geweigerd, Waarop zij bevestigend antwoordde. Dus ik ben blij dat we het geaccepteerd hadden.
De foto is niet van het eten wat wij hebben gegeten. Maar het geeft een indruk van wat wij kregen voorgeschoteld. Flatbread, wrapper, rijst, kip, frietjes (gefrituurd in (k)oud vet of olie), gewokte spinazie(te zout), en salades was geserveerd. En drinkbare yoghurt uit een grote 15 liter emmer als drank. (erg zoute yoghurt). Behalve het hoge zout gehalte, was de maaltijd op zich goed. Het gezelschap, samen zijn, gesprekken, de wil om wat over elkaar te weten te komen, droeg bij dat het eten een goede nasmaak kreeg. De Yoghurt was niet zo mijn ding. Alles was wel erg voedzaam.
Af en toe foto’s laten zien. Met name van mijn broers aan het eten en duidelijk kunnen maken dat samen eten ook bij mij belangrijk is. Bjorn vroeg later of de mannen altijd apart eten van de vrouwen. En dat was dus ook zo. De vrouwen aten na ons. We hebben gedurende de maaltijd geprobeerd veel over komaf en familie te weten te komen. Allemaal waren we bezig om ons leven te delen.
Na de maaltijd gingen we naar het andere vertrek om thee te drinken. Het is denk ik niet zo ceremonieel als in japan, maar het heeft wel degelijk een functie. Afsluiten van de maaltijd, maar het leek wel alsof er eens serieus gepraat moest worden, zaken gedaan moesten worden. Er werd bij gerookt, in kleermakerszit. Ondanks de “zaken” was het erg ontspannen. En de enige afspraak die we gemaakt hadden was dat we maandag terug komen en de boel afmaken. Bjorn en de man des huis waren de enige die roken, en zij hebben wat sigaretten uitgewisseld.
Uiteindelijk was het kwart voor vier en wij moesten inpakken. Het netto resultaat was dus 1 haak opgehangen! Maandag weer een nieuwe dag!