Maranatha

Tijdens het schrijven van mijn vorige artikel Habitat had ik een gevoel van ongemak. Met het lezen van mijn notities en het herbeleven van mijn uitjes, werd ik mij ervan bewust dat het in schril contrast staat met Maranatha. Schril contrast is mijn perceptie. Het is wel het huis van en voor anderen. Een kleine gemeenschap waar een leven geleid wordt. Waar gewerkt en gewoond wordt en ze zijn daar niet voor niets.

Het feit dat er mensen wonen is een gevolg van hun eerdere leefsituatie wat niet warm, goed, veilig en inspiratie vol geweest kan zijn. Welk woongevoel het oproept bij elk individu, wordt gespiegeld aan wat ooit was. Overduidelijk dat dat bij ieder anders is.

Het zou dus zomaar kunnen dat het voor de bewoners juist een heerlijk huis en een geweldige woonomgeving is.
Hoe dan ook, net als op alle andere plaatsen waar ik geweest ben, ook in Almere bij Kwintes, heb ik het gevoel dat ik mij wil verontschuldigen voor het rijke leven en het “goede” wonen dat ik geniet. Dat is misschien iets wat ik van mij af moet schudden.

Het zorggebied is kinder en jeugd opvang en volwassenen opvang. Het huis moet het als zovele organisaties hebben van financiële steun van anderen.

Ook genereren ze een eigen inkomen. Er wordt vis gekweekt, groenten verbouwd en varkens gehouden. Deze wordt voor eigen gebruik en voor verkoop aangeboden bij restaurants, winkels en slagerijen.

Bij restaurants en winkels worden weer voedselwaren opgehaald die tegen expiratie aan lopen. Na inspectie wordt het bruikbare voedsel apart gehouden en de rest wordt weer tot varkensvoer verwerkt.

Er heerst een drukte vanwege een komende inspectie van departement of social development (ook een van de geldschieters). Alle bewoners en vrijwilligers helpen mee om het e.e.a. in orde te krijgen. Zo ook ik.

Mijn focus ligt op inventaris maken en de daarbij horende administratie op orde te krijgen. Het zal wellicht ook tot een moderne manier van administratie en voorraad / middelen beheer leiden. Sport en spel materialen, muziekinstrumenten en de bibliotheek. De tijdsdruk maakt dat ik een behoorlijk tempo loop. Ik help op een andere manier dan wat ik voor ogen heb, maar ben blij om een bijdrage te leveren aan de levensvatbaarheid van Maranatha.

Ik blijf dit niet continu doen. Ik ga ook direct met de bewoners aan de slag. Momenteel ben ik in de avond uren bezig een lesprogramma voor de jongeren aan het ontwikkelen. Een zelfde opzet als wat ik bij kwintes.nl en Evolving cycles heb gegeven. Het lesprogramma is gericht op “life skills”. Het idee is er om ook workshops te geven aan de volwassene bewoners. ICT? dat blijft nog even in mijn binnenzak.

Nu zit ik in een stoffige kamer en kasten vol met boeken. Ik ben mijzelf aan het opleiden tot bibliothecaris. Middels een bibliotheek app ISBN nummers aan het scannen en checken tegen een lijst van 750 titels. Dat controleren of ze op de lijst voorkomen, heb ik snel laten varen. Het aantal boeken die ik tot vandaag door mijn handen heb laten gaan ligt op de 2000. En het zijn er nog meer.

Ik heb nooit gedacht dat er zoveel verschillende drukken, soorten en maten bijbels waren. Ook leer ik nog een woordje Afrikaans. isiXhosa en isiZulu laat ik maar even varen.

Ik krijg veelvuldig bezoek van de volwassenen, sommige voor een praatje en anderen die hulp aan bieden of de toegankelijkheid van de bibliotheek willen bespreken. Deze bezoekjes leert mij van en over de ouderen en hoe zij hier terecht zijn gekomen. Schrijnende situaties. Mensen die voorheen een ander leven hadden maar onderweg iets gemist hebben. Inmiddels loop ik al 4 jaar rond in een wereld van mensen met een hulpvraag. Ik herken de verhalen en ondanks dat ik ze herken, blijft het mij raken.

Ook met de jongeren en jong volwassenen heb ik mooie lunch gesprekken. Wanneer zij 21 zijn, zouden zij klaar moeten zijn voor een wereld buiten deze oase. Dan zullen zij de wereld zelf moeten bewandelen. Ik heb het idee dat niet iedereen er klaar voor is. Beelden van werkeloosheid de straat criminaliteit ligt op het netvlies. Zo anders dan deze kleine geborgen gemeenschap.

Wat 2 weken met mijn neus in de boeken, sport en spel artikelen, en muziek instrumenten heeft opgeleverd is nogal wat. Een hoofd vol vragen en een papiertje vol met zaken die gedaan kunnen worden. Ik ben geprikkeld, een dadendrang om meer bijdrage te leveren aan de groei van de bewoners.

George is een vrijwilliger die net als Hum mijn broer schoolgaande kinderen en jongeren rijdt. Hij heeft mij meegenomen met een een schoolrun. Ik heb op deze manier de schoolgaande kinderen en jongeren ontmoet. Tijdens de schoolrun ook naar wat andere plaatsen geweest om groenten weg te brengen. De scholen liggen behoorlijk verspreid in PE. Ik zie door het heen en weer rijden grote verschillen in de wijken. Mij wordt verteld dat er naast privescholen ook ziekenhuizen zijn voor de welgestelde en voor mindergestelde. Je ziet het direct aan de gebouwen, de grootte en de drukte.

In de bus kijken de kinderen naar buiten en zien straatkinderen rondlopen. Je merkt aan hen dat het hun wat doet. Zij wisselen hun gedachten uit met elkaar. Zij vinden dat zij geluk hebben. Voor nu hebben zij een huis en misschien zelfs een thuis.